- 13 -
God verbiedt het raadplegen van geesten
God is niet verblijd over deze
gang van zaken en heeft dit
duidelijk gezegd.
Deze ongeduldige haast om de sluier
van de toekomst opzij te
schuiven openbaart
een gebrek
aan geloof in God en
opent de
deur voor de verleidingen van
satan. De bedrieger brengt
mensen ertoe iemand te
raadplegen die een waarzeggende geest heeft.
Door hen
dingen bekend te maken uit
het
verleden wekt hij vertrouwen in
zijn macht om ook
de toekomst
te voorspellen. Door een
langdurige ervaring kan hij
bepaalde conclusies trekken en
voorspelt hij dikwijls met een
zekere nauwkeurigheid de
toekomst van het menselijk
leven. Op deze wijze kan hij
eenvoudige, afgedwaalde zielen
misleiden en hen onder zijn
invloed brengen, hen gevangennemen naar zijn wil.
Door zijn profeet heeft God ons
gewaarschuwd:
Wanneer men
tot u zegt: Vraagt de geesten van
doden en de waarzeggende
geesten, die daar piepen en
mompelen – zal een volk niet
zijn
God vragen? Zal men voor de
levenden de doden vragen? Tot
de wet en tot de getuigenis! Voor
wie niet spreekt naar dit woord,
is er geen dageraad.
(Jes. 8: 19, 20)
Zullen zij die een heilig God
hebben, die oneindig is in
wijsheid en macht, naar
waarzeggers gaan, die hun
kennis hebben
van de vijand van
onze Heer? God zelf is het licht
voor zijn volk. Hij gebiedt hun
door het geloof hun oog te richten
op de heerlijkheid die voor het
menselijk oog verborgen is. De
Zon der gerechtigheid zendt zijn
stralen in hun harten. Ze
ontvangen licht van Gods troon,
en hebben niet het verlangen
zich van de bron van het licht af
te wenden naar de boden van
satan.