- 10 -
Hogepriester naar de ordening van Melchisedek
In het zevende hoofdstuk sluit
Paulus zijn argument over de
Hogepriester af.
De laatste kwalificatie is
de afstamming.
Paulus noemt dat “de ordening”, ordening is afstamming.
Alle priesters waren priesters,
omdat zij afstammelingen van
Aäron waren. Melchisedek was
GEEN familie van Abraham en ook zeker
geen nakomeling.
Nee, een priester in Israël was
priester “naar de ordening van
Aäron.”
Hebreeën 7:11
Jezus was geen nakomeling van
Aäron, ook niet van Levi, maar
van
Juda. Maar meer nog, als
Jezus priester is naar de ordening van Melchisedek, dan moet
Jezus een afstammeling zijn van
Melchisedek. Let wel: “ordening”
is afstamming.
Melchisedek
heeft een aantal kwalificaties:
- De eerste is dat hij NOG STEEDS
priester IS: “hij blijft priester in eeuwigheid”. Hebreeën 7: 3. Met andere woorden Melchisedek is
geen typische priester maar een
echte, anti-typische priester.
- Hij is 'koning van de vrede'. Dat wil
zeggen de OORSPRONG van de
vrede en koning der gerechtigheid. Hij is dus de oorsprong
van de gerechtigheid.
- Melchisedek
heeft geen vader, geen moeder,
geen begin en geen einde, en
ook geen etnische afstamming.
Melchisedek is in zekere zin een beeld van de Heilige Geest
en de Heilige Geest is de Vader
van de mens Jezus Christus.
Lucas 1: 34,35; Matteüs 1: 20-25
Dus Jezus was een afstammeling (als mens) van Melchisedek.