de
lui
de
roep
×
×

×

Artikelinformatie

Auteurs:
Marian Pel en Wim Wiggers
Oorspronkelijk gepubliceerd in Jezus de Vriend no. 16. Het artikel is enigszins aangepast door de Luide Roep. Citaten zijn veranderd naar hedendaags Nederlands.
Pagina 14 - 21
Inleiding, samenvatting, afbeeldingen, tussenkopjes en [...] toegevoegd door De Luide Roep.

Inhoudsopgave

  1. Profetische lijnen in het boek Openbaring
  2. De toestand in de kerk en in het Romeinse Rijk
  3. De kerk verbond zich met de staat en beloofde op deze manier de staat te redden
  4. Vervolg citaat A.T. Jones | De samenleving was bedekt met een christelijk uiterlijk, maar was zó verdorven dat goddelijke oordelen deze wel moesten vernietigen
  5. Het derde deel
  6. De 7 bazuinen
  7. De 1e bazuin | Inval in het West-Romeinse rijk vanuit het Noorden door de West-Gothen (Visigothen) (Alarik) [395 - 411]
  8. Citaten van geschiedschrijvers over de inval van de Visigothen
  9. Geschiedschrijver Keith over de inval van de Gothen
  10. Geschiedschrijver Keith over de inval van de Gothen - vervolg -
  11. Geschiedschrijver Keith over de inval van de Gothen - slot -
  12. De 2e bazuin | Wat is een berg in de Bijbel?
  13. 2e bazuin - Inval in het West-Romeinse rijk door de Vandalen (Genserik) [409-467]
  14. Genserik, de schrik op zee
  15. De 3e bazuin | Inval in het West-Romeinse rijk door de Hunnen (Attilla) [450-453]
  16. Vervolg citaat
  17. Vervolg citaten Gibbon
  18. De 4e bazuin | Inval in het West-Romeinse rijk door de Herulen (Odoacer) [476-552]
  19. Citaten over dit onderwerp
  20. De zon (het keizerschap) was geslagen
  21. Het consulschap en de senaat bleven nog een tijd bestaan
  22. Geschiedschrijver Elliot bevestigt hetzelfde: het Westerse Rijk en de keizers hielden op te bestaan
  23. Het duurde echter nog enige tijd voor de macht én het aanzien van het gezag van Rome werkelijk verdwenen was
  24. De 5e, 6e en 7e bazuin: De betekenis van de drie weeën

×
ARTIKEL menu search
De 7 bazuinen

Deel 1 | De eerste vier

- 1 - Profetische lijnen in het boek Openbaring
Het boek Openbaring heeft een heel eigen structuur. Het boek heeft vier profetische lijnen. (zie afbeelding) De eerste twee lijnen zijn de boodschappen aan de gemeenten en de zeven zegels. search Klik voor schema profetische lijnen

De gemeenten en de zegels
Uit de boodschap aan de zeven gemeenten en de zeven zegels weten we dat aan de kerk van het rode paard een zwaard gegeven wordt.

Dat gebeurde toen de keizer van het Romeinse Rijk zich voegde bij de kerk. (Zie Openb. 6: 4)
Toen keizer Constantijn zich bij de kerk voegde betekende dat natuurlijk ook dat de wereld de kerk binnenkwam. En doordat de wereld de kerk binnenkwam, werd 'dat geloof dat de wereld overwint', de kerk uitgedreven. In artikelnummer 22, 24 en 26 zijn we ingegaan op de zeven gemeenten en de zeven zegels.

De eerste vier bazuinen
We gaan nu naar de bazuinen. De zeven bazuinen zijn strafgerichten op de afval in kerk en maatschappij.

De eerste vier bazuinen
De eerste vier bazuinen leidden tot de val van het West-Romeinse Rijk.

Vijfde en zesde bazuin
De vijfde en de zesde Bazuin zijn strafgerichten op de afval in het Oost-Romeinse Rijk.

Zevende bazuin
De zevende Bazuin heeft te maken met de val van de wereld en de strafgerichten die daarmee verband houden.

De grote volksverhuizing en de verdeling van het West-Romeinse Rijk worden duidelijk aangegeven in de eerste vier Bazuinen.

Hoe was de toestand in het Romeinse Rijk toen God zijn strafgerichten zond?
- 2 - De toestand in de kerk en in het Romeinse Rijk
Het eerste strafgericht kwam in het sterfjaar van keizer Theodosius (AD 395).

Gedurende de 15 jaar dat hij aan de regering was, werd het heidendom volledig omgedoopt in het christendom, want...

Theodosius stelt het christendom in als staatsgodsdienst (392)
WAT GEBEURDE HIERDOOR?
Doordat onbekeerde mensen 'christen' werden, betekende dat natuurlijk dat ze hun oude, heidense gebruiken nog in stand hielden. Deze staatsgodsdienst had dus de naam 'christelijk' te zijn, maar was in werkelijkheid verpakt heidendom.


Gibbon de geschiedschrijver van het Romeinse Rijk zegt daarover:

“De ondergang van het heidendom in de tijd van Theodosius is misschien het enige voorbeeld van de totale uitroeiing van een oud en populair bijgeloof en moet daarom beschouwd worden als een eenmalige gebeurtenis in de geschiedenis van de menselijke geest.” The Decline and Fall of the Roman Empire. Hoofdstuk 28 eerste alinea.

Aan het einde van het hoofdstuk zegt Gibbon:

“De godsdienst van Constantijn presteerde het dat in minder dan een eeuw, het Romeinse Rijk overwonnen werd, maar de overwinnaars werden daarbij onderworpen, door de listen van hun overwonnen vijanden.”

En zo wandelde het complete heidendom de kerk binnen.

De altaren van de heidense goden werden gebruikt voor de christelijke eredienst.

De toestand in de kerk verslechterde ook dramatisch doordat de paus in AD 378 gekozen werd tot opperpriester van het heidendom – tot “Pontifex Maximus.

TIP!
Kijk de video "De wijn van Babylon" van Walter Veith om meer te weten te komen over de oorsprong van 'Pontifex Maximus'!
Het is een echte eye-opener!

Dit opperpriesterschap was altijd bekleed geweest door de keizer. Maar keizer Gratianus had daar in AD 376 afstand van genomen.

Zo was heidendom en christendom verenigd in de bisschop van Rome. In minder dan 100 jaar werd de kerk van Rome totaal verdorven door het heidendom. Hoe kwam dit alles?
- 3 - De kerk verbond zich met de staat en beloofde op deze manier de staat te redden
A. T. Jones schrijft in “The captivity of the republic.” p. 99-100:

In de oorspronkelijke afval slaagde de kerk erin om zichzelf te verbinden met de staat, en beloofde om op deze manier de staat te redden.

De middelen die door Constantijn en de bisschoppen werden aangewend bij het oprichten van de “christelijke” godsdienst, en het vestigen van een christelijke natie, waren dezelfde als die nu gebruikt worden.

Door een geloof op te leggen gaan mensen doen alsof ze geloven
Op die manier worden echter alleen maar huichelaars gewonnen. Dat was al erg genoeg, maar deze huichelarij was vrijwillig. Maar toen de kerk door middel van zondagswetten de macht kreeg om de burgerlijke macht te beheersen en de kerkleden dwong zich te gedragen alsof zij christenen waren, werd huichelarij gedwongen. Iedereen die niet vrijwillig kerklid was, werd gedwongen zich te gedragen als huichelaar óf om een opstandeling te zijn.

De meerderheid bepaalde via vergaderingen wat je moest geloven
Daar kwam nog bij dat van iedereen verwacht werd om zijn of haar geloof te herzien en aan te passen aan wat de meerderheid per decreet op de kerkelijke concilies (=vergaderingen) veranderde. Op die manier werd alle zedelijke en geestelijke integriteit (=eerlijkheid, oprechtheid) vernietigd. Huichelarij werd gewoonte. (Wij kennen dat uit communistische dictaturen) Veinzen (=doen alsof) en bedriegen werden noodzakelijk. De zedelijke (=ethisch, moreel, fatsoenlijk) ruggengraat van de maatschappij werd totaal verdorven.

Het heidendom was nu gewoon bedekt met een laagje christendom
Heidens bijgeloof, heidense misleidingen en de heidense ondeugden, die de kerk binnengeslopen waren door de afval werden bekleed met een vorm van godzaligheid. Er was zó’n verdorvenheid in die maatschappij, dat zij NIET langer kon bestaan. Vanuit die hoek kon geen verbetering tot stand komen. Zij moest volledig WEGGEVAAGD worden.
- 4 - Vervolg citaat A.T. Jones | De samenleving was bedekt met een christelijk uiterlijk, maar was zó verdorven dat goddelijke oordelen deze wel moesten vernietigen
[Jones citeert hier voor een deel Philip Schaff, dus een citaat in een citaat]

Het Romeinse Rijk was verdorven
“De ongecontroleerde toename van hebzucht, verkwisting, zinnelijkheid (=erotiek, wellust), theaterbezoek, onmatigheid, onzedelijkheid, kortom al de heidense ondeugden, waarvoor het christendom gekomen was om dat uit te roeien, leidden ertoe dat het Romeinse Rijk en het volk met rasse schreden (=snel) tot de ontbinding overgingen. Tenslotte werd het Rijk overgegeven in de handen van eenvoudige en zedelijk krachtige Barbaren.”

Het Romeinse Rijk kreeg de oordelen van God over zich door de invallen van de barbaren
“Niets anders dan het goddelijke oordeel van vernietiging op deze IN NAAM christelijke, maar in wezen heidense wereld, kon de weg openen naar een zedelijke wedergeboorte van de maatschappij. Er moesten NIEUWE en FRISSE volken komen, indien de christelijke samenleving, voorbereid in het Romeinse Rijk, diepe wortels zou schieten en rijpe vrucht zou dragen.” Philip Schaff.

En deze Barbaren kwamen, snel en in grote getale.

Honderden jaren hadden zij een bedreiging gevormd en waren als een dikke wolk die boven het rijk hing. Zij rukten op in het westen en van tijd tot tijd in het oosten. Maar aan het einde van de vierde eeuw barste het onweer los in al zijn hevigheid. En de vloed vernietigde alles op haar weg.

En toen tenslotte Odoaker de koning van de Herulen in AD 476 koning van Italië werd was het keizerrijk voorbij. Het werd verdeeld onder de tien volken van de Barbaren van het noorden.” A. T. Jones “The captivity of the republic.” p. 99-100.

- 5 - Het derde deel
God nam dus de primitieve volken van het noorden en maakte hen tot het instrument van zijn oordelen, om de hele massa van corruptie, die het gevolg was van de verbinding tussen kerk en staat, van christelijke godsdienst en de wereld, weg te vagen.

Voordat we ons richten op de eerste vier bazuinen zullen wij eerst een verklaring geven over “het derde deel.”

In Openbaring 8 wordt bij al de vier bazuinen gezegd dat het onheil steeds komt over “het derde deel.”

Het Romeinse Rijk werd twee maal in drieën verdeeld.
Dat kunnen we lezen in de volgende twee citaten:

“Na de dood van Constantijn werd het Romeinse Rijk in drieën gedeeld, en dit is de reden, waarom er telkens gesproken wordt over “het derde deel”, waarop de gesel viel.

Het rijk werd toen verdeeld onder zijn drie zonen, Constantius, Constantijn II, en Constans.

  1. Constantius kreeg bezit van het Oosten en vestigde de zetel van zijn rijk te Constantiopel.
  2. Constantijn II, kreeg Brittanje, Callië, en Spanje
  3. En Constans kreeg Illyricum, Africa, en Italië voor zijn deel.
(Zie Sabine’s Ecclesiastical Hystory, p. 155)


Ditzelfde wordt bevestigd in het tweede citaat:

Op dit welgestaafd, historisch feit maakte Elliott de volgende opmerking:

“Minstens tweemaal, voordat het Romeinse Rijk voorgoed in tweeën werd gesplitst, bestond er een drieledige verdeling van het rijk.
  1. De eerste vond plaats in het jaar 311, toen het rijk onder Constantijn, Licinius, en Maximinus verdeeld werd.
  2. De andere verdeling geschiedde in het jaar 337, na de dood van Constantijn (de Grote), onder zijn drie zonen, Constantijn, Constans, en Constantius.”
Daniel en Openbaring p. 391. U. Smith.
- 6 - De 7 bazuinen
En de zeven engelen, die de zeven bazuinen hadden, maakten zich gereed om te bazuinen. Openbaring 8:6

Van hier af tot aan het einde van het negende hoofdstuk, maken de zeven bazuinen het onderwerp van het gezicht uit.

De zeven engelen maken zich voor hun taak gereed. Hun bazuinen zijn een aanvulling op de profetieën die in Daniël 2 en 7 beschreven zijn. De eerste vier omvatten de verdeling van het Romeinse rijk in tien delen.

Klik om te vergroten
- 7 - De 1e bazuin | Inval in het West-Romeinse rijk vanuit het Noorden door de West-Gothen (Visigothen) (Alarik) [395 - 411]
En de eerste blies de bazuin, en er kwam hagel en vuur, vermengd met bloed, en het werd op de aarde geworpen; en het derde deel van de aarde verbrandde en het derde deel van de bomen verbrandde en al het groene gras verbrandde. Openbaring 8:7

De eerste zware en pijnlijke bezoeking, die het westers Romeinse rijk overkwam, was de oorlog met de Gothen onder aanvoering van Alaric, die de weg baande voor latere invallen.

Na de dood van de Romeinse keizer Theodosius, in januari 395, hadden de Gothen, vóór het einde van de winter, hun wapenen tegen het rijk opgevat. “Hagel en vuur gemengd met bloed” werden op de aarde geworpen.

  1. Omdat de Gothen uit de koude landen van het Noorden kwamen, werd hun inval voorgesteld onder het symbool van “hagel”.
  2. Het “vuur” betekent de verwoesting, die zij te stad en te land veroorzaakten;
  3. en het “bloed” geeft een beeld van de verschrikkelijke slachting, waarmee de onverschrokken helden de burgers van het rijk vernietigden.
Het blazen van de eerste bazuin vond dus plaats aan het einde van de vierde eeuw.

Klik om te vergroten

- 8 - Citaten van geschiedschrijvers over de inval van de Visigothen
Keith maakt de volgende, gepaste opmerking bij dit onderwerp:

“Niemand had deze verzen beter uit kunnen leggen dan de geschiedschrijver Gibbon gedaan heeft. De hoofdstukken van deze ongelovige geleerde, die direct op dit onderwerp betrekking hebben, hebben alleen maar een titel nodig en wat wegstrepen van wereldse uitdrukkingen om zo hoofdstuk 8 en 9 van Openbaring uit te leggen.” “Wie uitlegger is van beroep, hoeft niet veel meer te doen, dan op de bladzijden van Gibbon te wijzen.”

De geschiedenis van de eerste bazuin (de inval van de West-Gothen) wordt heel duidelijk beschreven door Keith in zijn Signs of the Times, Dl. I. pp. 221-223. Hierin haalt hij feiten aan uit Gibbon’s Geschiedenis. In de volgende blokjes kun je daarom citaten lezen van deze schrijver.
- 9 - Geschiedschrijver Keith over de inval van de Gothen
Keith schrijft in Signs of the Times en citeert daarin veelvuldig geschiedschrijver Gibbon:

“Lange samenvattingen laten duidelijk zien hoe uitvoerig Gibbon uitleg geeft over de geschiedenis van de eerste bazuin, de eerste storm, die over de Romeinse wereld is losgebroken. Door zijn woorden, als een direct commentaar, te citeren, krijgen we een beeld van de gebeurtenissen:

De strenge winter hielp de Gothen
Onmiddellijk na het eerste geschal van de bazuin stonden de Gothen gewapend op. En in het hart van een buitengewoon strenge winter reden zij met hun wagens over het ijs van de brede rivier. De vruchtbare velden van Phocis en Beötie werden overstroomd door een stortvloed van Barbaren. Al wat mannelijk was werd vermoord; de vrouwen en het vee werden uit de brandende dorpen weggevoerd. De diepe sporen, die deze bloedige doortocht van de Gothen naliet, waren jaren later nog zichtbaar.

De Romeinse keizer vluchtte voor de koning van de Gothen
Heel Attica werd verpest door de rampzalige tegenwoordigheid van Alaric. De gelukkigste inwoners van Corinthe, Argos en Athene waren degenen, die door de dood verhinderd werden de verbranding van hun steden te aanschouwen. Alaric deed een inval in het Westerse rijk in zó'n heet en droog seizoen, dat de rivieren uitgedroogd waren. De in afzondering levende dichter Claudianus hief een aandoenlijk klaaglied aan over het lot van de bomen, die gedoemd waren te branden in de algemene verbranding van het land (Let op de taal van de profetie, - ‘het derde deel van de bomen is verbrand’); en de Romeinse keizer vluchtte voor de koning van de Gothen.
- 10 - Geschiedschrijver Keith over de inval van de Gothen - vervolg -
Het Romeinse Rijk werd verwoest
“Er ontstond een algemene beweging onder de Duitse volken; en deze Barbaren trokken uit het verre Noorden bijna tot aan de poorten van Rome. Zij berokkenden (=veroorzaakten) de verwoesting van het Westerse rijk. De zwarte wolken, die zich aan de kusten van de Oostzee hadden samengepakt, braken in een verschrikkelijk onweer los boven de oevers van de boven Donau.

De prachtige weiden van Gallië, waarin kudden schapen en vee graasden, evenals de oevers van den Rijn, waarlangs prachtige huizen en bloeiende velden lagen, vormden een mooi toneel van vrede en welvaart. Maar dit alles werd binnen korte tijd in een woestenij herschapen, die men slechts door de rook van de ruïnes van de woeste natuur kon onderscheiden.

Vele steden werden óf verschrikkelijk verdrukt, óf verwoest. Duizenden werden op een onmenselijke wijze om het leven gebracht; en de vernielende oorlogstoorts werd over het grootste gedeelte van de zeventien Gallische provinciën gedragen.”

Alaric verwoestte het land en Rome
Alaric trok Italië nogmaals binnen, met het doel dit mooie land te verwoesten. Vier jaren lang gingen de Gothen ongehinderd voort met hun verwoesting. En bij de plundering en verbranding van Rome lagen de straten van deze stad met lijken bezaaid. Vele openbare en private gebouwen werden in de as gelegd. En de ruïnes van een paleis stonden anderhalve eeuw later nog als een statig gedenkteken van de door de Gothen veroorzaakte brand.
- 11 - Geschiedschrijver Keith over de inval van de Gothen - slot -
De slotzin aan het einde van het 33e hoofdstuk van Gibbon’s Geschiedenis bevat een allesomvattende verklaring; want aan het slot van zijn beschrijving van dit korte tijdperk vol met gebeurtenissen vat hij, als één geheel, de som van de geschiedenis en de inhoud van de profetie samen.

Ook zijn de woorden, die er aan voorafgaan, niet zonder betekenis. “Bij de openbare godsdienst van die eeuw was men slechts angstvallig bezorgd om de heiligen en martelaren van de Roomse Kerk en de altaren van Diana en Hercules te roken.

Gibbon vat de geschiedenis én de profetie in de Bijbel over deze tijd samen
De eenheid van het Romeinse rijk was verbroken: Zijn genius (=beschermengel) lag in het stof verpletterd; de legers van de onbekende Barbaren, die uit de ijskoude streken van het Noorden gekomen waren, hadden de heerschappij van de prachtigste gewesten van Europa en Afrika veroverd.”
- 12 - De 2e bazuin | Wat is een berg in de Bijbel?
En de tweede engel blies de bazuin, en er werd iets als een grote berg, brandend van vuur, in de zee geworpen; en het derde deel van de zee werd bloed, en het derde deel van de schepselen in de zee, die leven hadden, stierf, en het derde deel van de schepen verging. Openbaring 8:8,9

Bergen zijn machtige, veroverende rijken.
(Zie Jer 51:24,25 | Jes 2:2,3 | Dan 7:17,23 | Openb 17:9) Zacharia noemt het Perzische rijk, dat zich tegen den tempelbouw onder Zerubbabel verzette, ‘een grote berg.’

Omdat God als de schutsmuur voor Israël is tegen al zijn roofzuchtige naburen, noemt Asaf Hem ‘doorluchtiger en heerlijker dan alle roofbergen.’

Bij Jeremia en Daniël worden de machtige Babylonische en Romeinse rijken bij stenen vergeleken; en in Openbaring 17 worden zeven rijken zeven bergen genaamd.

Zo bedreigt de Heer, door de mond van Jeremia, aan de overheerschappij, dat die ‘verdervende berg, die de ganse aarde verderft,’ ‘van de steenrotsen zal afgewenteld worden, en ”U maken tot een berg van brand.”
- 13 - 2e bazuin - Inval in het West-Romeinse rijk door de Vandalen (Genserik) [409-467]
De geschiedenis, waardoor de tweede bazuin haar vervulling heeft verkregen, heeft ongetwijfeld betrekking op de inval en de overwinning van Italië door de geduchte Genserik.

Hij behaalde de meeste overwinningen op ZEE; en zijn triomfen waren “als een grote berg van vuur, brandende, in de zee geworpen.”

Welk symbool kan een meer gepaste voorstelling geven van een botsing tussen zeemachten en hun vernieling langs de kusten?

Zeegevecht
Dit symbool doet ons onwillekeurig denken aan beroering en opschudding. Er is eigenlijk niets, behalve een hardnekkig zeegevecht, dat verder kan beantwoorden aan de gegevens van de profetie.

En als de eerste vier bazuinen betrekking hebben op de vier opvallendste gebeurtenissen, waardoor het Romeinse rijk te gronde gegaan is, en de eerste bazuin betrekking heeft op de verwoesting door de Gothen, onder aanvoering van Alarik, dan moeten we natuurlijk zoeken naar de eerstvolgende inval, die aanleiding heeft gegeven tot de val van dat rijk.

Deze vond plaats onder de leiding van de geduchte Genserik, het hoofd van de Vandalen. Hij bloeide tussen de jaren 428- 468.

Dit groot opperhoofd had zijn hoofdkwartier in Afrika. Maar Gibbon zegt:

Genserik richtte zich op de zee en kwam niet in verleiding om oorlog te voeren met de volken in Afrika. In plaats daarvan voerde hij oorlog met het Romeinse Rijk
“De ontdekking en overwinning van de zwarte volken, die in de verzengde luchtstreken wonen, kwamen niet als een verleiding op in het eerzuchtig hart van Genserik; maar hij wendde zijn oog NAAR DE ZEE; hij besloot een zeemacht bijeen te brengen, en zijn besluit werd met stalen volharding ten uitvoer gebracht.

Uit de haven van Carthago deed hij herhaaldelijk roofzuchtige uitvallen, plunderde de koopvaardijschepen van de Romeinen, en voerde oorlog met hun rijk. En opdat hij zich met deze alleenheerser op zee mocht kunnen meten, liet hij de Romeinse keizer Majorianus een grote oorlogsvloot bijeenbrengen. ”
- 14 - Genserik, de schrik op zee
Verraad vanuit Rome hielp Genserik
Drie honderd galeien en daarbij niet meegerekend een gepast aantal transportschepen en kleinere schepen werden in de veilige haven van Carthagena, in Spanje, bijeengebracht. Genserik werd, in dit geval, echter van een onvermijdelijke nederlaag en vernietiging gered door het verraad van enkele machtige onderdanen, die, omdat ze verwachtten dat hun heerser zou winnen, hem dat misgunden. Door hun verraad geholpen, wist hij de vloot, onverwacht, in de baai van Carthagena aan te vallen.

Veel schepen werden in de grond geboord, genomen of verbrand; en op deze wijze werden de voorbereidingen van drie jaar in een enkele dag vernield.

Italië moest, gedurende een lange tijd, de herhaalde invallen van deze Vandaalse rovers verduren. In het voorjaar van elk jaar verliet een goed voorbereide vloot de haven van Carthago, en Genserik, hoewel hoog bejaard, voerde persoonlijk bevel over de belangrijkste expedities (reizen, ondernemingen).

De Vandalen bezochten herhaaldelijk de kusten van Spanje, Ligurië, Toskane, Campanië, Lucanië, Bruttium, Apulië, Calabrië, Venitië, Dalmatië, Epirus, Griekenland en Silicië. Vanwege de snelheid van hun bewegingen, konden zij bijna gelijktijdig met een aanval dreigen én die uitvoeren. En omdat zij altijd een voldoende aantal paarden inscheepten, kon een troep paardenvolk de inwoners schrik aanjagen.

Het West-Romeinse Rijk en Oost-Romeinse Rijk vormden samen een vloot
Een laatste en wanhopige poging om Genserik de heerschappij op zee te ontnemen, werd in het jaar 468 gewaagd door Leo, keizer van het Oost-Romeinse rijk.

Wat betreft de hoofdrol, die deze zeerover gespeeld heeft in het ten onder brengen van Rome, levert Gibbon ons de volgende betekenisvolle uitdrukking:

“Genserik, een naam, die in de vernietiging van het Romeinse rijk op één lijn verdient geplaatst te worden met de namen van Alarik en Attila.”
- 15 - De 3e bazuin | Inval in het West-Romeinse rijk door de Hunnen (Attilla) [450-453]
En de derde engel blies de bazuin, en er viel een grote ster, brandend als een fakkel, uit de hemel, en zij viel op het derde deel der rivieren, en op de bronnen der wateren. En de naam der ster wordt genoemd Alsem; en het derde deel der wateren werd alsem; en vele van de mensen stierven van het water, omdat het bitter geworden was. Openbaring 8:10,11

Hier worden we gewezen op de derde belangrijke gebeurtenis, die tot de ondergang van het grote wereldrijk Rome heeft meegewerkt. En voor de historische feiten, die door de derde bazuin worden gesymboliseerd, zullen we enkele citaten van Dr. Albert Barnes weergeven. Om een uitleg te zoeken voor dit Bijbelvers zegt deze schrijver dat het nodig is:

“Dat er een hoofdman of krijgsman is, die met een brandende ster kan worden vergeleken; wiens loopbaan bij uitstek schitterend is geweest; die plotseling net als een brandende ster verscheen, en daarna verdween alsof zij in water werd uitgeblust.

Bovendien moet deze ster haar verwoesting hebben verricht in dat deel van de wereld, waar vele rivieren en de bronnen van de wateren zijn. Het gevolg daarvan moest zijn, dat die stromen, als het ware, bitter werden; m.a.w. vele mensen zouden sterven, en grote verwoestingen zouden in de omtrek van de bronnen en stromen worden aangericht, alsof er een giftige ster in de wateren gevallen was, zodat het omliggende land door dit water vergiftigd werd.”
- 16 - Vervolg citaat
Dr. Barnes laat zien wat de 3e bazuin symboliseert: deze bazuin symboliseert de verwoestende oorlog en de verwoede aanvallen, waarmee Attila, aan het hoofd van de Hunnen, de Romeinen heeft aangevallen.

“Er wordt met name gezegd, dat de ‘rivieren’ en de ‘bronnen van de wateren’ zouden worden geraakt. Als dit een letterlijke toepassing heeft en net zoals verondersteld werd in de tweede bazuin, de taal betrekking heeft op dát deel van het rijk, dat het meest door een vijandige inval zou lijden, dan moeten wij veronderstellen, dat het op dát deel van het rijk zinspeelt, waar de meeste rivieren waren, en voornamelijk waar zij hun ontstaan hadden: want er werd een voortdurende invloed uitgeoefend op de ‘bronnen der wateren.’

Vooral in de streken van de Alpen
Het is een feit, dat Attila zich hoofdzakelijk beperkt heeft tot de streken van het Alpengebergte en in dat gedeelte van het rijk vanwaar de rivieren naar Italië afvloeiden.

De geschiedschrijver Gibbon beschrijft de inval van Attila in deze woorden:

‘De gehele breedte van Europa, gelegen tussen de Zwarte- en de Adriatische Zee, een uitgestrektheid van ruim 800 kilometer, werd eensklaps aangevallen, ingenomen, en verwoest door een ontelbare menigte Barbaren, waarover Attila het bevel voerde.”
- 17 - Vervolg citaten Gibbon
Attilla, de gesel van God
“En de naam van de ster wordt genoemd Alsem” (vanwege de bittere gevolgen). Deze woorden staan in een nauw verband met het voorgaande vers en doen ons denken aan het karakter van Attila, de ellende, die hij teweeggebracht heeft, en de schrik, die zijn naam verspreidde.”

“Totale verdelging en uitwissing” zijn termen, die het best uitdrukken welke rampen door hem veroorzaakt zijn. Hij noemde zichzelf ‘de Gesel Gods.’

Attilla en zijn mannen waren ongelooflijk wreed
“Een van zijn officieren kastijdde en roeide de Bourgondiërs aan de Rijn bijna geheel uit. Zij doorkruisten het grondgebied van de Franken hierheen en daarheen; terwijl gevangenen en gijzelaars, zonder onderscheid, om het leven werden gebracht. Twee honderd maagden werden met afgrijselijke en onmenselijke boosheid gemarteld; hun lichamen werden door wilde paarden vaneen gescheurd, of onder de wielen van zware wagens verpletterd; en hun ledematen liet men onbegraven langs de wegen liggen ten prooi van gieren en honden.”

“Attila beroemde zich erop, dat het gras nooit meer groeide op de plaatsen waar de hoeven van zijn paarden hadden getreden. De keizer van het Westerse rijk, evenals de Senaat en het volk van Rome smeekten om gespaard te mogen blijven voor de wraak van Attila.”
- 18 - De 4e bazuin | Inval in het West-Romeinse rijk door de Herulen (Odoacer) [476-552]
En de vierde engel blies de bazuin, en het derde deel van de zon werd getroffen en het derde deel van de maan en het derde deel van de sterren, zodat het derde deel daarvan verduisterd werd, en de dag voor het derde deel geen licht had en de nacht desgelijks. Openbaring 8:12

Deze vierde bazuin is duidelijk het symbool van Odoacer’s loopbaan, de Barbaar, die direct betrokken is geweest in de ondergang van het Westerse-Romeinse rijk.

De 'zon, maan en sterren', staan symbool voor de hooggeplaatste personen van het Romeinse rijk, zoals keizers, senatoren, en consuls. Bisschop Newton maakt de opmerking, dat de laatste keizer van het Westerse rijk Momyllus (Romulus Momyllus Augustus) heette, en dat men hem spottenderwijze ‘Augustulus’ (de kleine Augustus), had genoemd.

Westelijk Rome viel in het jaar 476. Nadat hij vader Flavius Orestes vermoord had, zette Odoaker op 23 augustus 476 Romulus Augustulus af en verbande hem uit Rome.

Maar ondanks dat Rome’s 'zon' was ondergegaan (de 15-jarige keizer Romulus Augustus werd dus gedwongen zijn titel af te staan), bleven de kleinere lichten, - de senatoren en de consuls, - voortbestaan.

En nadat het rijk vele politieke verwisselingen had ondergaan, werd het oude bestuur eindelijk, in het jaar 566, omver geworpen. In plaats van een keizerrijk van de wereld te zijn, was het nu verlaagd tot een hertogdom, dat belasting moest betalen aan de exarch [stadhouder] van Ravenna.
- 19 - Citaten over dit onderwerp
Onder de titel, “verdeling van het Westerse Rijk, Ao. 477 of 479,” in Prophetic Exposition, dl II. p. 156-160, kunnen we het volgende citaat uit de geschriften van Keith lezen:

De laatste West-Romeinse keizer deed afstand van de troon
“Men maakte dat de ongelukkige Augustulus zijn eigen schande veroorzaakte; hij liet de Senaat weten, dat hij bereid was afstand te doen van de troon; en dit lichaam [het Senaat], in zijn laatste daad van gehoorzaamheid aan een Romeinse vorst, deed nog steeds alsof het de vrijheid en de vormen van een constitutie (staatsregeling) bezat.

De Senaat zond een een brief in naam van henzelf en in naam van het volk
Op hun eensgezinde besluit werd er een brief gezonden aan de keizer Zeno, schoonzoon en opvolger van Leo, die onlangs na een rebellie, te Bijzantium op de troon werd geplaatst. Zij verklaarden plechtig, dat er niet een behoefte noch wens bestond dat het keizerschap in Italië zou blijven voortbestaan; omdat één monarch, volgens hun oordeel, voldoende was om beide, het Oosten en Westen, te beschermen en regeren.

De zetel van het West- en Oost-Romeinse Rijk werd verplaatst naar Constantinopel
Zowel in hun eigen naam als in naam van het volk werd toegestaan, om de zetel van het hele rijk van Rome naar Constantinopel te verplaatsen. Ook deden zij, op laaghartige wijze, afstand van het recht om hun koning te kiezen; dit nu was het restant van de macht, die eens de wereld de wetten voorschreef.
- 20 - De zon (het keizerschap) was geslagen
De macht van Rome werd beëindigd
“Rome's eer en heerschappij over de natiën liep te niet. Deze 'koningin van de wereld' behield slechts haar naam. Elk spoor van het koningschap verdween uit deze keizerstad.

Zij, die over de natiën geheerst had, zat, gelijk een tweede Babylon, op de grond; de troon van de Caesars bestond niet meer. De laatste daad van gehoorzaamheid, die dit ontzag inboezemend lichaam aan een Romeinse vorst betoonde, bestond in de aanneming van de overgave en de afschaffing van het recht van Italië op de keizerlijke opvolging. Rome ‘s zon werd geslagen.

“Spoedig daarop werd Italië door een andere veroveraar, Theodoric, de Oostgoth, bemachtigd en hij matigde zich daardoor het recht aan om over dat land te heersen.

Theodoric versloeg Odoaker en in 493 riepen de Gothen Theodoric uit als koning
Op 5 maart 493, werd het KONINGSCHAP van Theodoric door de Gothen uitgeroepen, terwijl hij, hoewel met grote tegenzin, door de keizer van het Oosten als koning erkend werd.

Rome’s keizerlijk gezag, dat òf te Rome òf te Constantinopel alleen, òf op beide plaatsen gezamenlijk gezeteld had, werd NIET langer in Italië geëerbiedigd. Het derde deel van de zon was geslagen, zodat zij niet de flauwste lichtstralen afwierp. De macht van de Caesars was in Italië vergeten; een KONING heerste over Rome.
- 21 - Het consulschap en de senaat bleven nog een tijd bestaan
“Maar hoewel een derde deel van de zon geslagen was, en de heerschappij van de Caesars had opgehouden te bestaan, schenen de 'maan en sterren' echter nog een tijdje te midden van de Gothische duisternis, die op het Westerse rijk gevallen was.

Theodoric schafte het Senaat en de consuls niet af
Het Consulschap en de Senaat (de maan en de sterren) werden niet door Theodoric afgeschaft. Een Gothisch schrijver roemt het Consulschap van Theodoric als zijnde het toppunt van alle maatschappelijke macht en grootheid, - net zoals de maan heerschappij voert na het ondergaan der zon. En in plaats van dat ambt af te schaffen, wenste Theodoric allen geluk toe, die jaarlijks in het geluk en de heerlijkheid van de troon deelden.
- 22 - Geschiedschrijver Elliot bevestigt hetzelfde: het Westerse Rijk en de keizers hielden op te bestaan
Elliott (Horae Apocalypticae, D1. I. p. 357-360) spreekt over de vervulling van dit gedeelte van de profetie en over de uitdelging van het Westerse rijk, als volgt:

“Dus werd het laatste bedrijf ten uitvoer gebracht waardoor de keizers en ook het Westerse rijk zelf vernietigd werden.

Rome's macht was al lange tijd aan het afnemen Rome’s luister was al lange tijd aan het afnemen; de ene provincie na de andere werd haar ontnomen; het grondgebied, dat nog onderworpen lag, was een woestijn geworden; de overzeese bezittingen, de vloot, de koophandel waren vernietigd. Er bleef weinig meer over dan de niets beduidende titels en de
×
Insignia:
Een insigne (mv. insignia): embleem, symbool) is een symbool of bewijs om macht, status, of een overheids- of juridische positie aan te tonen.
insignia van de vorsten.

Odoacer gebood dat de naam en het ambt van de keizer afgeschaft moesten worden En nu was de tijd aangebroken waarop ook deze werden teruggetrokken. Ongeveer twintig jaar na het overlijden van Attila, en nog korter na de dood van Genserik (die de eeuwige stad in een van zijn strooptochten geplunderd en dus haar lotsbeschikking versneld had), omstreeks deze tijd, zeg ik, kwam Odoacer, het opperhoofd van de Herulen, - een rest van het leger dat door Attila in het aan de Alpen grenzende gedeelte van Italië achtergelaten was – met zijn bevel tussenbeide, gebiedende dat de naam en het ambt van de keizer van het Westers Romeinse rijk moesten worden afgeschaft.

Rome boog voor deze eis: Romulus Augustus deed afstand van de troon De overheden onderwierpen zich hieraan. De laatste schim van een keizer, een zekere Romulus Augustus, deed afstand van zijn aanspraak op de troon. In hem kon een opmerkzaam oog een contrast aanschouwen tussen het glorieuze verleden van Rome en zijn huidige vernedering.

De keizerlijke macht verdween naar het Oosten De Senaat zond de keizerlijke
×
Insignia:
Een insigne (mv. insignia): embleem, symbool) is een symbool of bewijs om macht, status, of een overheids- of juridische positie aan te tonen.
insignia naar Constantinopel, waarbij men aan de keizer van het Oosten verklaarde, dat één keizer genoeg was voor het hele rijk. Het derde deel der Romeinse zon – namelijk het Westerse rijk – werd op deze wijze verduisterd. Ik herhaal, juist dát derde deel van haar lichaam, dat betrekking heeft op het Westerse rijk: want de Openbaring heeft het juiste deel uitgedrukt. En in het laatste verdrag tussen de twee hoven, werd het Illyrische derde aan het oostelijke deel toegevoegd. Het westerse deel had dus opgehouden te bestaan; de nacht had de dag vervangen.
- 23 - Het duurde echter nog enige tijd voor de macht én het aanzien van het gezag van Rome werkelijk verdwenen was
“Men moet echter in het oog houden, dat het gezag van Rome’s naam niet meteen verdween.

  • De Senaat vergaderde nog steeds zoals men gewend was in de stad Rome.
  • De consuls werden jaarlijks aangesteld; één door Italië, en één door de stad Rome.
  • Odoacer regeerde over Italië onder de titel van 'patriciër', hem door de keizer van het Oosterse rijk toegekend.
  • En wat de verafgelegen gewesten in het Westerse rijk betrof, de band, die er vroeger gelegd was, bleef nog altijd bestaan. Men behield min of meer achting voor het hoge keizerlijk gezag van voorheen.

De maan en de sterren schenen voortdurende nog met een flauw, geleend licht. In de loop der gebeurtenissen werden zij ook binnen een halve eeuw uitgeblust:

  • Nadat Theodoric, de Oostgoth, de Herulen uit Rome en Ravenna verdreven had, regeerde hij, als een onafhankelijk monarch, over Italië vanaf 493 tot 526.
  • En toen Italië later door Belisarius en Narses aan de Oostgothen ontnomen werd, werd de Senaat ontbonden en het consulschap afgeschaft.
  • Ook werden Italië en 'de stad op zeven bergen' als 'in een woestijn veranderd' door de oorlog, wat hun ondergang voorafging.
  • Bovendien begon men de onafhankelijkheid van barbaarse vorstendommen meer te aanvaarden en te erkennen.

En na ruim anderhalve eeuw van buitensporige rampen die het West-Romeinse keizerrrijk teisterden, schreef Hiëronymus het volgende: “Claris-simum terrarum lumen extinctum est”, “de luisterrijkste zon der wereld is uitgeblust”, schreef hij.

Hoewel men dacht dat 'de zon uitgeblust werd' met de inneming van Rome door Alarik, kreeg deze uitdrukking uiteindelijk in déze tijd haar volledige vervulling.

Dit denkbeeld werd ook door één van de dichters van Engeland volgens het symbool van de Openbaring in de volgende woorden met juistheid uitgedrukt: ‘Zij zag haar luister ster na ster verdwijnen.’
- 24 - De 5e, 6e en 7e bazuin: De betekenis van de drie weeën
En ik zag en hoorde een arend (engel sv.) vliegen in het midden des hemels, zeggende met luider stem zeide: Wee, wee, wee hun, die op de aarde wonen, vanwege de overige stemmen van de bazuin van de drie engelen, die nog bazuinen zullen! Openbaring 8:13

Deze engel behoort niet tot het zevental, dat de zeven bazuinen blaast. Zijn werk is het wee aan te kondigen, dat op het bazuinen van de drie andere engelen volgen zal.

  • De vijfde bazuin kondigt daarom het eerste wee aan;
  • de zesde, het tweede wee;
  • en de zevende eindigt de serie met de aankondiging van het derde wee.


lees! Lees artikel 29 voor de 5e en 6e bazuin!


Video menu search
Kijk ook deze video van Marian Pel! arrow_back
(Je wordt
doorgelinkt
naar YouTube)
De 7 bazuinen, Openbaring 8, 9
Kijk deze video!


Of kijk de hele serie 'Studie in Openbaring'.