De gebeurtenissen zoals beschreven in Ezechiël 38 en 39 over Gog en Magog hebben betrekking op de LAATSTE FASE van het verlossingsplan.
Wat je moet weten
In de 1000 tussenliggende jaren zullen de mensen die deelnemen aan de EERSTE opstanding én de generatie gelovigen die in leven zijn bij de tweede komst van Christus, de geschiedenis van deze wereld en de mensen daarin (en de geschiedenis van de gevallen engelen) kunnen beoordelen.
(1 Cor.6:3 'Weet u niet dat wij engelen zullen oordelen?'). Dat oordelen zal inhouden dat degenen die in de hemel zijn na de EERSTE opstanding zullen gaan begrijpen waarom sommige geliefden NIET in het Nieuwe Jeruzalem zijn.
Het zal verdriet en tijd kosten om dat te verwerken. Zij worden 'begraven' in Israël, d.w.z. er wordt geestelijk afscheid van hen genomen door degenen die zijn opgestaan in de eerste opstanding.
Na de 1000 jaar zullen deze ongelovigen (Gog en Magog) opgewekt worden uit de dood en Satan zal hen verzamelen tot de oorlog. Dan zullen zij worden vernietigd door vuur.
Ezechiël 38 en 39 spelen een belangrijke rol voor de visie van de
evangelische christenen op de toekomst en de laatste gebeurtenissen. De profetie gaat over Gog in
het land Magog.
Omdat Magog* ten noorden van Israël ligt gaat men ervan uit dat al
deze namen betrekking hebben op
Rusland.
Doordat ook Openbaring spreekt
over Gog en Magog, in verband
met de 1000 jaren, wordt dit alles
verbonden met het duizendjarige
vrederijk.
Wat zegt de Schrift hierover?
In Ezechiël 38:17 wordt ons een vraag gesteld:
In Eze 39:8 staat het antwoord:
De hoofdstukken 38 en 39 bevatten dus informatie die God aan alle profeten van Israël gaf. Het is essentiële informatie en zij hebben daarover gesproken, jarenlang. Het thema van deze beide hoofdstukken is dus niet geïsoleerd van andere profetieën. Maar alleen Johannes in “De Openbaring” noemt de Gog en de Magog met name.
Andere profeten hebben over dit
onderwerp gesproken zonder Gog
en Magog te noemen. Dat is wat de
vraag en het antwoord ons zeggen:
“Dit is de dag waarvan Ik gesproken heb door de dienst van mijn
knechten, de profeten van Israël.”
Het gaat dus om een ALGEMEEN BEKEND onderwerp, waarover gesproken werd door de profeten.
Daarover is Ezechiël heel duidelijk. Het vindt plaats:
De profeet zegt dus dat het optrekken plaats zal vinden wanneer,
De profeet Ezechiël geeft daarop het volgende antwoord:
In de Openbaring zegt Johannes dat de opstanding van de rechtvaardigen plaats zal vinden vóór de duizend jaren.
Israël komt “thuis” door de opstanding uit de doden. Het vaderland van Israël is volgens Paulus het hemelse Kanaän.
Het hemelse Jeruzalem is dan de stad van Israël.
En wat doen zij dan?
Beide profeten stemmen overeen dat de strijd van Gog en Magog plaats vindt na de opstanding van de rechtvaardigen. Ezechiël zegt dat zij in hun land wonen. Johannes zegt dat de heiligen opstaan vóór de duizend jaar.
Net zoals een vis gevangen wordt met haken in de kaak zo is het ook hier.
Om dit waar te kunnen maken moet er een opstanding plaatsvinden van de goddelozen. De goddelozen zijn diegenen die niet behouden worden.
Maar volgens Johannes liggen deze
twee opstandingen duizend jaar uit
elkaar. De opstanding ná de duizend
jaar is dus een opstanding ten oordeel. De straf vindt NIET NU plaats:
de strafUITOEFENING op grond van
de veroordeling vindt plaats op de
jongste dag, NIET NU.
Jezus zegt daarover:
Nu is ook te begrijpen dat God als
het ware zegt: zoals een vis uit het
water getrokken wordt met een
haak in de kaak, zo zal Ik die grote
menigte uit het graf trekken met een
haak in de kaak.
Niet vrijwillig, het
is ten oordeel.
God heeft heel lang over Zich heen laten lopen. Hij liet zijn zon opgaan over bozen en goeden en liet het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Maar er komt een moment dat de maat vol is en dan zal God straffen.
Johannes zegt dat Gog en Magog hun einde vinden “in de poel van vuur en zwavel, waar ook het beest en de valse profeet zijn”. Er valt vuur van de hemel neder en dat verslindt hen.
Dus net zoals in de Openbaring vindt de hele menigte van Gog zijn einde in vuur en zwavel, of zoals Johannes zegt, in de poel des vuurs, de tweede dood.
Toch wordt in
hoofdstuk 39 uitvoerig
geschreven over dat
wat begraven wordt.
De begraafplaats wordt
genoemd “het dal van
Gogs menigte”. Die
begraafplaats was “in Israël”. De
woorden van de profeet luiden:
Wij lezen hier een aantal opmerkelijke dingen:
In Openbaring 20 wordt dat het oordeel genoemd, de dag waarop de boeken geopend worden. Het oordeel zal plaatsvinden in tegenwoordigheid van en door hen die behouden worden.
De gelijkenis van het koren en het onkruid is een illustratie van hetgeen plaats vindt bij de oogst, wanneer het goede zaad gescheiden wordt van het onkruid.
Alle mensen zijn met elkaar verbonden door banden van genegenheid
en sympathie. Het aanvaarden van
het recht in het oordeel heeft veel
te maken met INZICHT.
God opent de
boeken. Hij legt alles bloot. Samen
met Christus en de engelen zullen
de verlosten het leven nagaan van
gevallen engelen en mensen. Zij
zullen inzicht krijgen in de beweegredenen die zich achter de woorden
en de daden bevonden.
Gedurende de duizend jaar worden de wortels van de tarwe en het onkruid uit elkaar gehaald. Alle banden van “valse” sympathie worden verbroken.
Om dat begraven in het oordeel beter te begrijpen moeten wij terug
naar de zondeval.
Eva werd verleid,
pakte van de vrucht en at en gaf ook
van de vrucht aan haar man. De Bijbel zegt echter dat Adam niet verleid werd.
Waarom at Adam dan van de vrucht?
Hij at omdat hij door valse sympathie koos voor Eva en tegen God.
De Bijbel vertelt ons dat een derde
deel van de engelen gevallen is.
Waarom hebben zoveel engelen de
hemel de rug toegekeerd en zijn
met Satan meegegaan?
Uit valse
sympathie.
Stel je voor, het huis van de buurman staat in brand en er is nog een
kind binnen, wat doe je dan? Heel
veel mensen hebben hun leven op
het spel gezet voor mensen die ze
niet eens kenden. Heel de mensheid
is een kluwen van sympathie. Soms
moet je dan kiezen. En soms wordt
dan het verkeerde gekozen, zoals
bij Adam en een derde van de engelen.
Met sympathie is ook niets
mis. Dat is door God Zelf in ons gelegd. Maar stel je voor, op de muur
van het Nieuwe Jeruzalem staand,
zien wij dat geliefden van ons in het
vuur vergaan. Als dan in het vuur
gesprongen wordt om een geliefde
uit het vuur te halen, dan is heel het
verlossingsplan mislukt. Dan is dat
wat Adam tot zonde bracht en dat
wat een derde van de engelen tot
zonde bracht, niet verdwenen en
dan begint alles weer opnieuw.
Dus wat doet God? God opent de
boeken in het oordeel, met de bedoeling dat zij die God niet gekozen hebben in hun leven, nu begraven worden “in Israël”. Dat is een
langdurig en pijnlijk proces, maar
als dat niet gebeurt dan zal de zonde opnieuw opstaan. Daarom zegt
Johannes in de Openbaring dat God
alle tranen van de ogen zal afwissen.
De werkelijkheid is dat er mensen
zijn, waarvan wij verwachtten dat
zij in de hemel zouden zijn, die er
niet zijn. Anderen die wij niet verwachtten, zullen er zijn. Kinderen
zullen hun ouders missen, ouders
hun kinderen. Er is heel wat te verwerken.
Dat graf “in Israël” zal de
weg versperren, zegt Ezechiël. Wij
kennen dat allemaal. Ons bewustzijn is een stroom die je niet stop
kunt zetten. Onze gedachten nemen
ons dikwijls mee. Dat zal altijd zo
blijven. Als in iemand, die de zaligheid beërft, de laatste band van
sympathie met degenen die verloren gaan, niet doorgesneden is dan
is er geen wegversperring tegen een
nieuwe afval.
Denk eens aan het gebed van Abraham voor Sodom, of de profeet Ezechiël zelf toen hij vurig bad en smeekte voor zijn volk.
Dat was ook de houding van Mozes, hij pleitte voor het volk, “delg mij uit uw boek”. God Zelf heeft dat in ons gelegd. Maar als sympathie een keuze moet maken tussen het dienen van God of onze band met onze medemensen dan kan het omslaan in valse sympathie. Adam zei: Ik ga met Eva mee.
Wij kennen dat
in de uitdrukking: “voor mij ben je
al dood en begraven”.
Wie niet “in
Israël” begraven wordt, wordt een
gevaar voor de toekomst van het
universum. God doet alles langzaam, maar grondig.
Om ons te redden moet God vier dingen doen:
Diegenen die niet zalig worden, moeten begraven worden “in Israël”. Dat gebeurt gedurende de duizend jaar van oordeel. Als dan de strafmaat bepaald is van hen die verloren gaan, worden zij alsof zij er nooit geweest zijn. Dan begint de eeuwigheid. Het graf van Gogs menigte zal de weg versperren naar een nieuwe afval. Het universum is dan op een basis van eeuwige zekerheid.
In Psalm 37 wordt dat als volgt onder woorden gebracht:
Zover is het nu nog niet. Er zullen van tevoren nog heel wat tranen vallen, maar de dag komt dat de Here alleen verheven is.
Ezechiël 38 en 39 vertellen ons dus over de laatste fase van het verlossingsplan.