de
lui
de
roep
×
×

×

Artikelinformatie

Auteurs:
Marian Pel en Wim Wiggers
Oorspronkelijk gepubliceerd in Jezus de Vriend no. 19.
Pagina 11 - 16
Inleiding, samenvatting, afbeeldingen, tussenkopjes en [...] toegevoegd door De Luide Roep.

Inhoudsopgave

  1. De Bijbel werd onderdrukt
  2. 42 maanden en 1260 dagen zijn dezelfde periode: de overheersing door het pausdom
  3. De twee getuigen: Het Oude en het Nieuwe Testament
  4. Met een zak bekleed: het Woord van God kon nauwelijks gebracht worden
  5. Het Woord van God staat geen veranderingen toe
  6. Na de verborgen strijd van het Pausdom tegen het Woord kwam er een openlijke strijd tegen de Bijbel
  7. Atheïsme en bandeloosheid
  8. Frankrijk
  9. Frankrijk kende door de wetteloosheid een enorme ontaarding
  10. Frankrijk vervolgde de gelovigen meedogenloos
  11. De Bartholomeüsnacht of Parijse Bloedbruiloft
  12. Dezelfde wrede geest was leidend in de Revolutie
  13. De 'godin van de rede' op de troon en het christendom verboden
  14. Naar afgoderij
  15. Het atheïsme bracht bloedvergieten, de Bijbel bracht bevrijding
  16. De Rooms-katholieke kerk hitste Frankrijk tegen de hervorming op
  17. Als de Bijbelse waarheden worden verboden, hebben mensen geen houvast meer
  18. 3,5 jaar nadat de Bijbel en christelijke godsdienst verboden werden, werden deze decreten weer ingetrokken
  19. Vanaf de 19e eeuw werd de Bijbel over de hele wereld verspreid
  20. Het Woord van God houdt EEUWIG stand!

×
ARTIKEL menu search
De twee getuigen

Openbaring 11

- 1 - De Bijbel werd onderdrukt
De profeten hadden de onderdrukking van de Schriften tijdens de periode van pauselijke opperheerschappij voorzegd. De apostel Johannes voorzegde ook welke vreselijke gevolgen de heerschappij van „de mens der wetteloosheid” vooral voor Frankrijk zou hebben. De engel des Heren had gezegd:

„Zij zullen de heilige stad vertreden tweeënveertig maanden lang.

En Ik zal mijn twee getuigen lastgeven om, met een zak bekleed, te profeteren, twaalfhonderd zestig dagen lang...

En wanneer zij hun getuigenis zullen voleindigd hebben, zal het beest, dat uit de afgrond opkomt, hun de oorlog aandoen en het zal hen overwinnen en hen doden.

En hun lijk (zal liggen) op de straat der grote stad, die geestelijk genaamd wordt Sodom en Egypte, alwaar ook hun Here gekruisigd werd...

En zij, die op de aarde wonen, zijn blijde en verheugd over hen en zullen elkander geschenken zenden, omdat deze twee profeten hen, die op de aarde wonen, gepijnigd hadden.

En na [die] drie en een halve dag voer een levensgeest uit God in hen, en zij gingen op hun voeten staan en grote vrees viel op (allen), die hen aanschouwden” (Openbaring 11:2-11).
- 2 - 42 maanden en 1260 dagen zijn dezelfde periode: de overheersing door het pausdom
De hier vermelde tijdperken - „twee en veertig maanden lang” en „twaalfhonderdzestig dagen lang” - zijn dezelfde periode, namelijk de tijd van de onderdrukking van Christus’ gemeente door Rome.

De 1260 jaar van pauselijke suprematie begonnen in 538 na Chr. en eindigden dus in 1798. In dat jaar trok het Franse leger Rome binnen, nam de paus gevangen en voerde hem in ballingschap. Toen de paus stierf, was hij nog altijd uit Rome verbannen.

Hoewel er onmiddellijk na zijn dood een nieuwe paus werd verkozen, zijn zijn opvolgers er nooit in geslaagd dezelfde macht uit te oefenen als vroeger.
- 3 - De twee getuigen: Het Oude en het Nieuwe Testament
De profeet zegt in verband met de twee getuigen ook:

„Dit zijn de twee olijfbomen en de twee kandelaren, die voor het aangezicht van de Here der aarde staan”.

De dichter van de Psalmen zegt:

Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad” (Openbaring 11:4; Psalm 119:105).

De twee getuigen stellen het Oude en het Nieuwe Testament voor. Ze getuigen van de oorsprong en eeuwigheid van Gods wet en van het verlossingsplan.

De symbolen, offers en profetieën van het Oude Testament wezen op de komende Verlosser. De evangeliën en brieven van het Nieuwe Testament getuigen van een Verlosser wiens komst volledig beantwoordt aan de symbolen en profetieën.
- 4 - Met een zak bekleed: het Woord van God kon nauwelijks gebracht worden
„En Ik zal mijn twee getuigen lastgeven om, met een zak bekleed, te profeteren, twaalfhonderdzestig dagen lang.”

Tijdens het grootste deel van deze periode bleven Gods getuigen in de duisternis verborgen.

De pauselijke macht stelde alles in het werk om het volk van het Woord der waarheid af te houden en zorgde voor valse getuigen die het getuigenis van de Schrift tegenspraken.

Toen de Bijbel zowel door de wereldlijke als door de kerkelijke overheid was verboden, toen zijn getuigenis werd vervalst en allerlei menselijke en duivelse middelen werden gebruikt om de mensen dom te houden, toen zij die de heilige bijbelse waarheden durfden te verkondigen werden opgejaagd, verraden of gefolterd, in gevangenissen werden opgesloten, voor hun geloof de marteldood stierven of een toevlucht moesten zoeken in de bergen en in de spelonken en holen van de aarde, profeteerden de trouwe getuigen „met een zak bekleed”, maar ze getuigden ondanks alles tijdens de hele periode van 1260 jaar.

In de donkerste tijden waren er trouwe gelovigen die Gods Woord liefhadden en Gods eer verdedigden.

Deze trouwe boodschappers kregen wijsheid, kracht en gezag om Gods waarheid tijdens deze lange periode te verkondigen.
- 5 - Het Woord van God staat geen veranderingen toe
„En indien iemand hun schade wil toebrengen, komt er vuur uit hun mond en het verslindt hun vijanden; en indien iemand hun schade wil toebrengen, moet hij zó de dood vinden” (Openbaring 11:5).

Men kan het Woord van God niet ongestraft met voeten treden. De betekenis van deze vreselijke uitspraak wordt gegeven in het laatste hoofdstuk van de Openbaring:

„Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in het boek beschreven zijn; en indien iemand afneemt van de woorden van dit boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn” (Openbaring 22:18,19).

God heeft deze woorden uitgesproken om de mensen te waarschuwen dat zij niet de minste verandering mogen aanbrengen in hetgeen God geopenbaard of bevolen heeft.

Deze plechtige waarschuwingen gelden voor allen die de mensen door hun invloed ertoe aanzetten Gods wet gering te schatten. Zij die verklaren dat het niets uitmaakt of wij Gods wet al dan niet gehoorzamen, zouden bij het horen van deze woorden moeten vrezen en beven.

Iedereen die zijn eigen opvattingen boven Gods openbaring stelt, iedereen die de duidelijke betekenis van de Schrift verandert en aan zijn eigen smaak aanpast of versoepelt ten einde in harmonie te zijn met de wereld, neemt een vreselijke verantwoordelijkheid op zich.

Het geschreven woord, de wet van God, zal de maatstaf zijn voor het karakter van alle mensen en zal allen veroordelen die bij deze onfeilbare toets gewogen, maar te licht bevonden worden.
- 6 - Na de verborgen strijd van het Pausdom tegen het Woord kwam er een openlijke strijd tegen de Bijbel
„En wanneer zij hun getuigenis zullen voleindigd hebben.”

De tijdspanne waarin de twee getuigen „met een zak bekleed” moesten profeteren, eindigde in 1798.

Tegen het einde van hun werk, dat ze in duisternis moesten verrichten, zou de macht die wordt voorgesteld door „het beest, dat uit de afgrond opkomt” „hun de oorlog aandoen”.

In verschillende Europese landen was het gezag in Kerk en Staat door bemiddeling van het pausdom eeuwenlang in handen van Satan geweest.

Maar hier gaat het om een nieuwe openbaring van satanische macht.

Rome had altijd de indruk gewekt dat ze de Heilige Schrift vereerde, maar intussen zorgde ze er wel voor dat ze buiten het bereik van het volk bleef. Onder haar heerschappij hadden de getuigen „met een zak bekleed” geprofeteerd.

Er zou echter een ándere macht - het beest uit de afgrond - opkomen om het Woord van God OPENLIJK te bestrijden.
- 7 - Atheïsme en bandeloosheid
„De grote stad” waar de getuigen worden gedood en waar hun lijken liggen, is „het geestelijke Egypte”.

Van alle landen die in de Bijbel worden genoemd, is Egypte het verst gegaan in godsontkenning en wetsverachting. Geen enkele koning heeft zich openlijker en brutaler verzet tegen het gezag van de hemel dan Farao. Toen Mozes hem in opdracht van God het bericht overbracht, antwoordde Farao aanmatigend:

„Wie is de Here, naar wie ik zou moeten luisteren om Israël te laten gaan? Ik ken de Here niet, en ik zal Israël ook niet laten gaan” (Exodus 5:2).

Dit is atheïsme en het land dat door Egypte wordt voorgesteld, zou de eisen van de levende God ook verwerpen. Het zou blijk geven van hetzelfde ongeloof en dezelfde uitdagende houding aannemen.

„De grote stad” wordt in geestelijk opzicht ook vergeleken met Sodom. De verdorvenheid en wetsverachting van Sodom bleken vooral uit de bandeloosheid van de Sodomieten.

Deze zonde zou ook het voornaamste kenmerk zijn van het land dat zou beantwoorden aan de termen van deze profetie.

Volgens de voorzegging van de profeet zou er kort vóór 1798 een macht van satanische oorsprong en karakter opkomen om de Bijbel te bestrijden.

Het land waar het getuigenis van de twee getuigen van God zou worden onderdrukt, zou worden gekenmerkt door het atheïsme van Farao en de bandeloosheid van Sodom.
- 8 - Frankrijk
Deze profetie is op een buitengewoon nauwkeurige en treffende manier in vervulling gegaan in de geschiedenis van Frankrijk.

Citaat Tijdens de Revolutie, in 1793, „hoorde de wereld voor het eerst een groep mannen die in een beschaafd land geboren en opgevoed waren, en één van de beste Europese staten leidden, gezamenlijk hun stem verheffen om de plechtigste waarheid die een mens kan kennen te loochenen en unaniem het geloof en de aanbidding van God te verwerpen” (Sir Walter Scott, Life of Napoleon, vol. 1, ch. 17).



Citaat „Frankrijk is het enige land ter wereld dat zich als staat openlijk heeft verzet tegen de Schepper van het heelal en dit feit in een bewaard gebleven oorkonde heeft laten optekenen. Er zijn altijd veel godslasteraars en ongelovigen in Engeland, Duitsland, Spanje en elders geweest, maar Frankrijk neemt een unieke plaats in.

Het is de enige staat in de wereldgeschiedenis die bij decreet van zijn Wetgevende Vergadering heeft verklaard dat er geen God is, waarna de hele bevolking van de hoofdstad en de overgrote meerderheid van de rest van het land, zowel mannen als vrouwen, met grote vreugde begonnen te dansen en te zingen” (Blackwood’s Magazine, november 1870).
- 9 - Frankrijk kende door de wetteloosheid een enorme ontaarding
Frankrijk vertoonde ook de kenmerken van Sodom. Tijdens de Franse Revolutie waren de mensen even ontaard en verdorven als de inwoners van „de steden van de vlakte”, die door God werden verwoest.

De geschiedschrijvers wijzen op het verband tussen het atheïsme en de wetteloosheid van Frankrijk, die door de profeet waren voorzegd.

Citaat „Er was een nauwe band tussen de wetten die de godsdienst afschaften en de nieuwe huwelijkswet, die bepaalde dat het huwelijk - de heiligste verbintenis die twee mensen kunnen aangaan en tegelijk ook de instelling die door haar duurzaamheid één van de pijlers van de samenleving is - slechts een burgerlijk contract met een beperkte looptijd was dat twee mensen naar eigen goeddunken konden aangaan en verbreken...

De vijanden van de samenleving hadden geen beter plan kunnen bedenken om alles wat eerbaar, mooi en duurzaam is in het gezinsleven grondig te verwoesten. Ze hadden bovendien de zekerheid dat het kwaad dat zij wilden stichten van geslacht tot geslacht zou doorgaan...

Sophie Arnoult, een actrice, die bekend stond om haar geestige opmerkingen, noemde het huwelijk tijdens de Republiek ‘het sacrament van het overspel’(Scott, vol. 1, ch. 17).
- 10 - Frankrijk vervolgde de gelovigen meedogenloos
„Alwaar ook hun Here gekruisigd werd”.

Ook dit onderdeel van de profetie werd door Frankrijk vervuld. Geen enkel land stond zó vijandig tegenover Christus en nergens was het verzet tegen de waarheid zó fel en zó wreed.

Frankrijk kruisigde Christus in de persoon van zijn discipelen, die het slachtoffer werden van de vervolgingen.

Frankrijk heeft het bloed van de heiligen eeuwenlang vergoten. Terwijl de Waldenzen op de bergen van Piémont de marteldood stierven „om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God”, ondergingen hun broeders, de Albigenzen van Frankrijk, hetzelfde lot.

In de tijd van de Hervorming waren haar aanhangers op een barbaarse manier dood gemarteld. Koningen en edellieden, adellijke dames en beschaafde meisjes hadden met genoegen gekeken naar de doodsstrijd van de martelaren van Jezus.

De moedige hugenoten streden voor de heiligste rechten van de mens en hun bloed werd vergoten na een harde strijd.

De protestanten werden beschouwd als vogelvrij verklaarden, er werd een prijs op hun hoofd gesteld en ze werden als wilde beesten opgejaagd.
- 11 - De Bartholomeüsnacht of Parijse Bloedbruiloft
Maar het ergste misdrijf en de afschuwelijkste satanische daad van al die duistere eeuwen was de Bartholomeüsnacht of Parijse Bloedbruiloft.

De wereld huivert nog bij de gedachte aan die laffe, wrede aanslag.

De koning van Frankrijk gaf op aansporing van de rooms-katholieke priesters en prelaten zijn zegen aan deze gruweldaden.

Het geluid van een klok in het holst van de nacht was het teken dat men tot de aanval moest overgaan. Duizenden protestanten die rustig sliepen omdat ze rekenden op het erewoord van hun koning, werden uit hun huizen gesleurd en in koelen bloede vermoord.

Zoals Christus de onzichtbare Leider was geweest die zijn volk uit de slavernij van Egypte bevrijdde, was Satan de onzichtbare leider van zijn onderdanen bij deze afgrijselijke moord op de martelaren.

Zeven dagen lang werd het bloedbad in Parijs voortgezet. Op de eerste drie daarvan ging men onbeschrijfelijk barbaars te werk. De uitroeiing werd niet tot Parijs beperkt, maar werd op last van de koning uitgebreid tot alle provincies en steden waar men protestanten kon vinden. Men lette niet op ouderdom of geslacht.

Zuigeling noch grijsaard werd gespaard. Edellieden en boeren, oud en jong, moeder en kind werden zonder onderscheid neergemaaid.

Twee maanden duurde deze slachting in heel Frankrijk. Zeventigduizend mensen van het beste der bevolking vonden de dood.
- 12 - Dezelfde wrede geest was leidend in de Revolutie
Dezelfde satanische geest die de Parijse Bloedbruiloft had geleid, organiseerde ook de gebeurtenissen van de Revolutie.

Men verklaarde dat Jezus Christus een bedrieger was en het motto van de Franse ongelovigen was: „Verpletter die el- lendeling!” Daarmee bedoelden ze Christus.

Hemeltergende godslastering en gruwelijke goddeloosheid gingen hand in hand. De gemeenste mensen en de meest verdorven monsters van wreedheid en ontucht werden verheerlijkt. Men bewees de grootste eer aan Satan, terwijl men Christus, de verpersoonlijking van waarheid, zuiverheid en onbaatzuchtige liefde, kruisigde.
- 13 - De 'godin van de rede' op de troon en het christendom verboden
„Het beest, dat uit de afgrond opkomt, [zal] hun de oorlog aandoen en het zal hen overwinnen en hen doden”.

De atheïstische macht die in Frankrijk heerste tijdens de Revolutie en het Schrikbewind, voerde een oorlog tegen God en zijn heilig Woord die geen precedent heeft in de geschiedenis.

De aanbidding van de Godheid werd door de Nationale Vergadering afgeschaft. Men verzamelde bijbels en verbrandde die in het openbaar met alle blijken van minachting. Gods wet werd met voeten getreden. De inzettingen van de Bijbel werden opgeheven. De wekelijkse rustdag werd afgeschaft en in plaats daarvan werd elke tiende dag aan uitspattingen en godslastering gewijd. Doop en communie werden verboden. Op de begraafplaatsen werden er duidelijk leesbare borden aangebracht waarop men verklaarde dat de dood een eeuwige slaap is.

Men vond dat de vreze des Heren zó ver van het begin der wijsheid verwijderd was dat ze in feite het begin der dwaasheid was. Alle kerkdiensten werden verboden, met uitzondering van de diensten ter verheerlijking van de vrijheid en het vaderland.


Citaat „De constitutionele bisschop van Parijs speelde de hoofdrol in de schandelijkste klucht die ooit ten aanschouwen van een volksvertegenwoordiging is opgevoerd...

Hij verscheen in vol ornaat en verklaarde aan de Conventie dat de godsdienst die hij zoveel jaren had onderwezen volledig door priesters was verzonnen en geen enkel fundament in de geschiedenis of in de gewijde waarheid had.

Hij loochende in plechtige en uitdrukkelijke bewoordingen het bestaan van God wiens priester hij was en kondigde aan dat hij zich voortaan zou wijden aan de verheerlijking van vrijheid, gelijkheid, deugd en zedelijkheid.

Daarna legde hij de tekenen van zijn bisschoppelijke waardigheid op tafel en werd broederlijk omhelsd door de voorzitter van de Conventie. Verschillende andere afvallige priesters volgden het voorbeeld van deze prelaat” (Scott, vol. 1, ch. 17).
- 14 - Naar afgoderij
„En zij, die op de aarde wonen, zijn blijde en verheugd over hen en zullen elkander geschenken zenden, omdat deze twee profeten hen, die op de aarde wonen, gepijnigd hadden”.

Het goddeloze Frankrijk had de bestraffende stem van de twee getuigen Gods het zwijgen opgelegd. Het woord der waarheid lag dood in zijn straten en zij die de beperkingen en eisen van Gods wet haatten, waren verheugd. De mensen daagden de Koning des hemels in het openbaar uit. Zoals sommige zondaren uit het verleden vroegen ze: „Hoe zou God het weten; zou er ook wetenschap zijn bij de Allerhoogste?” (Psalm 73:11).


Citaat Met een godslasterlijke stoutmoedigheid die aan het ongelooflijke grenst zei één van de priesters van de nieuwe orde: „God, wreek je beledigde naam als je bestaat. Ik daag je uit! Je zegt niets. Je durft niet te bulderen. Wie zal nu nog geloven dat je bestaat?” (Lacretelle, History, vol. 11, p. 309; in Sir Archibald Alison, History of Europe, vol. 1, ch. 10).


Is dit geen duidelijke echo van Farao’s woorden:

„Wie is de Here, naar wie ik zou moeten luisteren?” „Ik ken de Here niet!” „De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God” (Psalm 14:1).


God zegt met betrekking tot de vervalsers van de waarheid:

„Hun onzinnigheid zal aan allen overduidelijk worden” (2 Timoteüs 3:9).

Kort nadat Frankrijk de eredienst van de levende God, „de Hoge en Verhevene, die in eeuwigheid troont”, had verworpen, verviel het in een verderfelijke afgodendienst en aanbad het de godin van de Rede, verpersoonlijkt door een losbandige vrouw.
- 15 - Het atheïsme bracht bloedvergieten, de Bijbel bracht bevrijding
Het pausdom was begonnen met het werk dat het atheïsme nu aan het voltooien was.

De sociale, politieke en godsdienstige toestanden die Frankrijk razendsnel naar de afgrond meesleurden, waren te wijten aan het beleid van Rome. Auteurs schrijven de gruwelen en uitspattingen van de Revolutie toe aan de Kroon en aan de Kerk.

In feite zijn ze echter volledig te wijten aan de rooms-katholieke kerk. Het pausdom heeft de geest van de koningen vergiftigd en de Hervorming afgeschilderd als de vijand van de kroon en als de twistappel die rampzalig zou zijn voor de vrede en de eendracht in het rijk. Rome heeft de barbaarse wreedheden en de verschrikkelijke onderdrukking die van de kroon uitgingen geïnspireerd.

De Bijbel bracht echter vrijheid. Overal waar men het evangelie aannam, werden de geesten van de mensen bevrijd. Ze verbraken de ketenen van onwetendheid, zonde en bijgeloof. Ze begonnen te denken en te handelen als MENSEN.

De vorsten merkten dit en vreesden dat dit het eind van hun despotisch bewind zou kunnen zijn.
- 16 - De Rooms-katholieke kerk hitste Frankrijk tegen de hervorming op
Rome was er vlug bij om hun angst en afgunst aan te wakkeren. In 1525 zei de paus aan de regent van Frankrijk:


Citaat „Deze waanzin [het protestantisme] zal de godsdienst niet alleen in verwarring brengen en vernietigen, maar het zal ook alle vorsten, edellieden, wetten, rangen en standen te niet doen” (G. de Félice, History of the Protestants of France, b. 1, ch. 2, par. 8).


Enkele jaren nadien waarschuwde de pauselijke nuntius de koning:


Citaat „Sire, laat u niet misleiden. De protestanten zullen zowel het burgerlijke als het kerkelijke gezag omverwerpen... De troon loopt evenzeer gevaar als het altaar... De invoering van een nieuwe godsdienst gaat altijd gepaard met de invoering van een nieuwe staatsvorm” (D’Aubigné, History of the Reformation in Europe in the Time of Calvin, b. 2, ch. 36).


Theologen deden een beroep op de vooroordelen van de massa. Ze beweerden dat het protestantisme „de mensen verleidt tot nieuwlichterij en dwaasheid; het berooft de koning van de toegewijde liefde van zijn onderdanen en vernietigt Kerk en Staat”.

Op deze manier slaagde Rome erin Frankrijk tegen de Hervorming op te hitsen.


Citaat „Het zwaard van de vervolgingen werd voor de eerste keer in Frankrijk getrokken om de troon veilig te stellen, de adel te beschermen en de wetten te handhaven” (Wylie, b. 13, ch. 4).
- 17 - Als de Bijbelse waarheden worden verboden, hebben mensen geen houvast meer
De leiders van het land konden niet vermoeden welke noodlottige gevolgen zo’n beleid zou hebben. De leer van de Bijbel zou de mensen de beginselen van gerechtigheid, matigheid, waarheid, rechtvaardigheid en weldadigheid, die de basis van de nationale welvaart zijn, hebben bijgebracht.

„Gerechtigheid verhoogt een volk”. „Door gerechtigheid wordt de troon bevestigd” (Spreuken 14:34; 16:12).

„En de vrucht der gerechtigheid zal vrede zijn, de uitwerking der gerechtigheid rust en veiligheid tot in eeuwigheid” (Jesaja 32:17).

Wie Gods wet gehoorzaamt, zal zeker ook de wetten van zijn land eerbiedigen en gehoorzamen. Wie God vreest, zal de koning eren bij de uitoefening van alle vormen van rechtvaardig en rechtmatig gezag.

Maar het ongelukkige Frankrijk verbood de Bijbel en verbande zijn discipelen. De fatale fout die zoveel ellende over de inwoners van Frankrijk bracht, was de miskenning van deze ene grote waarheid dat vrijheid slechts mogelijk is binnen de grenzen van Gods wet.

„Och, dat gij naar mijn geboden luisterdet; dan zou uw vrede zijn als een rivier en uw gerechtigheid als de golven der zee”. „De goddelozen, zegt de HERE, hebben geen vrede”.

„Maar wie naar mij luistert, zal gerust wonen, beveiligd tegen de verschrikking van het onheil” (Jesaja 48:18, 22; Spreuken 1:33).

Atheïsten, ongelovigen en afvalligen kunnen zich tegen Gods wet verzetten en haar hekelen, maar de gevolgen van hun opvattingen bewijzen dat het welzijn van de mens afhangt van zijn gehoorzaamheid aan de goddelijke voorschriften. Zij die deze les niet uit het Woord van God willen leren, moeten maar naar de geschiedenis van de volken kijken.
- 18 - 3,5 jaar nadat de Bijbel en christelijke godsdienst verboden werden, werden deze decreten weer ingetrokken
Gods getrouwe getuigen, die werden gedood door de godslasterlijke macht die „uit de afgrond opkomt”, zouden niet lang zwijgen, want „na [die] drie en een halve dag voer een levensgeest uit God in hen en zij gingen op hun voeten staan en grote vrees viel op (allen), die hen aanschouwden” (Openbaring 11:11).

In 1793 had de Nationale Vergadering de christelijke godsdienst afgeschaft en de Bijbel verboden. Drieëneenhalf jaar later nam dezelfde instelling een resolutie aan waarbij deze decreten werden ingetrokken en de Bijbel weer werd aanvaard.

De wereld was verbijsterd over de omvang van het kwaad dat op de verwerping van de Bijbel was gevolgd en erkende de noodzaak van het geloof in God en in zijn Woord als de grondslag van deugd en zeden. God zegt:

„Wie hebt gij gehoond en gelasterd, en tegen wie de stem verheven en uw ogen trots opgeslagen? Tegen de Heilige Israëls!” (Jesaja 37:23).

„Daarom zie, Ik laat hen ditmaal gewaarworden, Ik laat hen gewaarworden mijn hand en mijn kracht, en zij zullen weten, dat mijn naam is: HERE” (Jeremia 16:21).
- 19 - Vanaf de 19e eeuw werd de Bijbel over de hele wereld verspreid
De profeet zegt over de twee getuigen ook:

„En zij hoorden een luide stem uit de hemel tot hen zeggen: Klimt hierheen op! En zij klommen naar de hemel op in een wolk, en hun vijanden aanschouwden hen” (Openbaring 11:12).

Nadat Frankrijk de twee getuigen Gods bestreden had, werden ze als nooit tevoren geëerd. In 1804 werd het Brits en Buitenlands Bijbelgenootschap georganiseerd. Het werd op het vasteland van Europa gevolgd door gelijkwaardige instellingen met vele afdelingen. In 1816 werd het Amerikaans Bijbelgenootschap opgericht. Toen het Brits Bijbelgenootschap werd opgericht, werd de Bijbel in vijftig talen gedrukt en verspreid. Sindsdien is de Schrift in vele honderden talen en dialecten vertaald.

Vijftig jaar vóór 1792 had men maar weinig belangstelling voor buitenlandse zending. Er werden geen nieuwe zendingsgenootschappen opgericht en er waren maar weinig kerken die het christendom in heidense landen wilden verspreiden. Tegen het einde van de achttiende eeuw kwam daar echter een ingrijpende verandering in. De mensen waren het rationalisme beu en werden zich bewust van de noodzaak van Gods openbaring en een persoonlijke geloofservaring. Vanaf dat ogenblik nam de buitenlandse zending een ongekende vlucht.

Verbeteringen in de drukprocédés hebben de verspreiding van de Bijbel enorm bevorderd. De snellere verbindingen tussen verschillende landen, het wegvallen van oude barrières van vooroordeel en nationalisme en het verlies van de wereldlijke macht van de paus hebben de weg geëffend voor het Woord van God. Daardoor kon de Bijbel ongehinderd in de straten van Rome worden verkocht. De Heilige Schrift heeft nu alle bewoonde gebieden van de aarde bereikt.
- 20 - Het Woord van God houdt EEUWIG stand!
De ongelovige Voltaire zei eens vol trots:


Citaat „Ik heb meer dan genoeg van de bewering dat twaalf mannen het christendom hebben gesticht. Ik zal bewijzen dat er maar één man nodig is om het teniet te doen.”


Voltaire is nu al eeuwen dood. Miljoenen hebben deelgenomen aan de strijd tegen de Bijbel. Maar waar er in Voltaires tijd honderd exemplaren van het Woord van God waren, zijn er nu tienduizend, ja honderdduizend.

Eén van de hervormers zei: „De Bijbel is het aambeeld dat al veel hamers heeft versleten”.

God zegt:

„Elk wapen dat tegen u gesmeed wordt, zal niets uitrichten en elke tong die zich voor het gericht tegen u keert zult gij in het ongelijk stellen” (Jesaja 54:17).

„Het woord van onze God houdt eeuwig stand”.

Betrouwbaar zijn al zijn bevelen, vastgesteld voor immer en altoos, volbracht in waarheid en oprechtheid” (Jesaja 40:8; Psalm 111:7,8).

Alles wat op het gezag van de mens is gebouwd, zal worden vernietigd, maar wat op de rots van Gods onveranderlijk Woord is gebouwd, houdt eeuwig stand.
Video menu search
Kijk ook deze video van Marian Pel! arrow_back
(Je wordt
doorgelinkt
naar YouTube)
De twee getuigen, Openbaring 11
Kijk deze video!


Of kijk de hele serie 'Studie in Openbaring'.